1. Home>
  2. Nieuws & inspiratie>
  3. Tijdelijke tewerkstelling>
Blog4324_1200x800

7 vragen over flexi-jobs

Flexi-jobs: voor werkgevers handig om piekmomenten op te vangen, voor werknemers een manier om voordelig (want belastingvrij) bij te verdienen. Geen wonder dat het aantal flexi-jobbers blijft stijgen. Sinds 1 januari 2024 is het stelsel uitgebreid naar meer sectoren en is het praktisch kader aangescherpt.

    1. Welke bedrijven mogen flexi-jobs inzetten?

    Of flexi-jobs toegelaten zijn, hangt af je hoofdactiviteit (paritair comité of sector). De volledige lijst vind je in onze FAQ. Bij de introductie in 2015 waren flexi-jobs enkel bedoeld voor de horeca. In 2018 werden ze onder meer uitgebreid naar retail en sinds 1 januari 2024 opnieuw naar sectoren als garages, autorijscholen en de begrafenissector.

    Kinderopvang (NACE 88.91), onderwijs en de sport- en cultuursector (NACE 93.1 of 90) mogen binnenkort mogelijk ook flexi-jobs invoeren. Daarover beslissen de deelstaten. We houden de lijst in onze FAQ actueel.

    Opgepast: sectoren in de lijst mogen nu ook beslissen om géén flexi-jobs in te voeren met een opt-out. Volgende sectoren hebben daarvoor al een aanvraag ingediend:

    • PC 144 (landbouw)
    • PC 145 (tuinbouw, behalve PSC 145.04 (tuinaanleg en -onderhoud))
    • PC 323 (gebouwenbeheer, vastgoedmakelaars en dienstboden – enkel opt-out voor de dienstboden)

    Anderzijds kunnen sectoren buiten de lijst toch beslissen om flexi-jobs in te voeren na sectoraal overleg (opt-in). Voorlopig zijn er nog geen opt-ins.

      2. Zijn flexi-jobs toegelaten voor elke functie?

      Neen. Zelfs al zijn flexi-jobs toegestaan in je sector, je mag ze niet inzetten voor artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies en evenmin voor zorgberoepen. Een gepensioneerde verpleegkundige kan dus niet flexi-jobben als verpleegkundige, maar wel als administratief medewerker in een ziekenhuis.

        3. Welke werknemers mogen een flexi-job uitoefenen?

        Gepensioneerden van 65 jaar en ouder mogen een flexi-job uitoefenen wanneer ze langer dan 1 kwartaal gepensioneerd zijn.

        Gepensioneerden jonger dan 65 moeten in het tweede trimester voor de flexi-job (T-2) een pensioen hebben ontvangen.

        Niet-gepensioneerden moeten in het derde trimester voor de flexi-job (T-3) minstens 80% aan de slag geweest zijn bij een andere werkgever.

          Wachtperiode voor werknemers die van voltijds naar 4/5 gaan

          Werknemers die van voltijds naar 4/5 overschakelen, kunnen gedurende twee trimesters (trimester T en trimester T+1) geen flexi-job uitoefenen. Die maatregel is nieuw sinds 1 januari 2024.

          Voorbeeld:

          Piet (niet-gepensioneerd) werkt 100% in januari 2024 (T-4)

          Hij gaat over naar 80% in april 2024 (T-3)

          Hij mag geen flexi-job uitoefenen in de eerste helft van 2025 (trimesters T en T+1). 

            4. Hoeveel moeten flexi-jobbers minimaal verdienen?

            In de horeca blijft het minimumuurloon van 11,19 euro van toepassing. In de andere sectoren hanteer je sinds 1 januari 2024 het sectorale barema voor de functie die de flexi-jobber uitoefent. Je houdt daarbij rekening met de voorwaarden voor inschaling, zoals in rekening brengen van (voor)ervaring, takenpakket of anciënniteit. Heeft je sector geen barema’s, dan heeft de flexi-jobber minstens recht op het gewaarborgd minimumloon.

              5. Hoeveel mogen flexi-jobbers maximaal verdienen?

              Naast een minimumloon geldt er sinds 2024 ook een maximumloon: 150% van het minimale basisloon, inclusief vergoedingen, premies en voordelen. De maatregel kwam er om het karakter van bijverdienen te bewaken.

              Dit opgelegde maximum leidt in uitzonderlijke situaties wel tot een lastige vaststelling. Wanneer in je sector hoge toeslagen verplicht zijn (bijvoorbeeld voor zondagswerk of ploegenarbeid), dan kan je de 150% toch overschrijden. In de praktijk zou je dan geen flexi-jobber kunnen inschakelen. De sociale partners kunnen op sectoraal niveau wel een ander maximum bepalen via een collectieve arbeidsovereenkomst. Of ze dat zullen doen, blijft afwachten.

                Plafond voor de flexi-jobber

                Niet-gepensioneerde werknemers mogen maximaal 12.000 euro per jaar onbelast bijverdienen. Het bedrag is vast en wordt niet geïndexeerd. Boven die grens wordt het flexiloon belast als normaal loon (progressief tarief).

                Voor wettelijk gepensioneerde werknemers is er geen plafond. Vervroegd gepensioneerden moeten toch opletten. Vanuit de pensioenwetgeving geldt een specifieke limiet rond cumul van loon en het pensioen. Meer info vind je hier.

                  6. Mag ik mijn vaste werknemers ook een flexi-job laten uitvoeren bij mijn bedrijf?

                  Neen. De combinatie van vaste tewerkstelling en flexi-job bij dezelfde werkgever is niet toegelaten. De wetgeving is op 1 januari 2024 nog verstrengd: je vaste werknemer mag evenmin flexi-jobben bij een ‘verbonden onderneming’. Dat betekent onder meer dat een vennootschap controlebevoegdheid uitoefent over andere vennootschap, of gecontroleerd wordt door een andere vennootschap.

                  Daarenboven geldt voor flexi-jobs nog volgende algemene voorwaarde, te checken in elk kwartaal waarin de flexi-job wordt uitgeoefend: de flexi-jobber mag niet in een opzeg- of verbrekingsperiode zitten bij jou of bij een verbonden onderneming.

                  Heb je een flexi-jobber in dienst, dan is het wel nog mogelijk om deze persoon een vaste tewerkstelling aan te bieden. Een upgrade, dus, van jullie professionele samenwerking.

                    7. Welke patronale bijdrage betaal ik voor een flexi-jobber?

                    Sinds 1 januari 2024 is de patronale RSZ-bijdrage 28%.

                      Wil je starten met flexi-jobs?

                        Contacteer ons, we helpen je graag.
                        Anneleen Verstraeten

                        Anneleen Verstraeten

                        Juridisch Adviseur

                        Anneleen Verstraeten studeerde in 2002 af als Master in de Rechten. Ze startte in 2003 bij SD Worx als juridisch adviseur. In die rol ondersteunde zij zowel kmo’s als grote ondernemingen in Vlaanderen binnen verschillende sociaaljuridische onderwerpen. Sinds enkele jaren liggen haar focus en hart bij de kmo-afdeling. Daar is ze als juridisch adviseur, legal kmo consultant én interne en externe opleider op verschillende fronten actief.